De Turing Nationale Gedichtenwedstrijd, editie 2010. Bij de prijsuitreiking in Amsterdam ontmoette ik Gerrit Komrij voor de eerste keer, mijn gedicht 'De vreemde eend' behaalde die avond de 11e plaats. Via Facebook gaf Gerrit wel eens commentaar op mijn bezigheden en verzuchtingen. Zijn privéberichten sloot hij af met: groet, G.
Het gedicht 'De vreemde eend' werd opgenomen in de door Komrij samengestelde poëziescheurkalender, met op de achterkant van het vel een persoonlijke noot. Later bracht uitgeverij Van Gennep het in boekvorm uit: 'Tussen hemel en aarde' geheten. In maart 2012 ontmoette ik Komrij opnieuw, toen in het Terneuzense Porgy & Bess, tijdens een lezing ter promotie van zijn roman 'De Loopjongen'. Pauzebiertjes smaken het best met het spreken over poëzie, bedacht ik toen. Zeker met iemand als Komrij, die ik steevast mijnheer noemde, al mocht ik Gerrit zeggen. Hij nam de tijd voor het geven van advies. Toen ik hem vroeg hoe het met hem ging sprak hij over ziekenhuisbezoeken. Maanden later droomde ik met Komrij op een onstuimig eiland te zijn. Hij daalde een ijzeren trap af, de zee in. Ik riep hem na, en vroeg wat hij in hemelsnaam dacht te gaan doen. Mijnheer Komrij zweeg en ging onder. De zee klotste na.
0 Comments
Your comment will be posted after it is approved.
Leave a Reply. |
Tijs van Bragtdichter. Archives
November 2021
|